We binden ons kapot

Tijd voor nieuwe verkiezingen! Tijd voor nieuwe frames! Ik heb er eentje in de aanbieding, voor wie wil, te gebruiken binnen discussies rondom sociale cohesie, identiteit en integratie. Zéér bruikbaar dus. Let op, komt ie: “Nederland moet een systeem van tegenbindingen zijn, niet van binding!”

Ik ontleen deze frame aan Kees Schuyt. In zijn essaybundel Steunberen van de Samenleving (Amsterdam University Press, Amsterdam 2006) verdedigt hij deze stelling, die – volgens mij – handvatten biedt om het publieke discours rond de multiculturele samenleving om te buigen. En als we naar Denemarken kijken, is het klappen van een gedoogconstructie van een minderheidskabinet met een anti-immigratie partij, daar een uiterst geschikt moment voor. Er is tijd en ruimte ontstaan voor een nieuw politiek geluid, dat beweert: “Nederland gaat niet kapot aan een gebrek aan binding, maar juist aan een ambitie tot te veel!” Enige toelichting om deze frame succesvol in de laten dalen is nodig.

Op dit moment hebben de termen ‘sociale binding’ of ‘sociale cohesie’ een volledig positieve connotatie. Toch schrijft Schuyt dat het ‘een goed bewaard sociologisch geheim’ is dat er ook een teveel aan sociale cohesie kan bestaan. Dit gebeurt wanneer de sociale binding van een land volledig wordt toegespitst op shared values, gelijkheid en gelijkvormigheid. Deze toespitsing gaat uit van een radicale gelijkheid van burgers, die moeizaam overeenstemt met de democratische werkelijkheid van diversiteit. Het resultaat is een sterke vorm van wij-zijdenken; want om ‘gelijken’ in te kunnen sluiten, is sociale uitsluiting van bepaalde andere groepen noodzakelijk.

Met andere woorden, volgens Schuyt werkt de overheersende nadruk op ‘de Nederlandse identiteit’ – op onze overeenkomsten in gewoonten, uiterlijk en waarden – destructief. Deze draagt bij aan een fragmentatie van de maatschappij, in plaats van dat deze wordt tegengegaan. Om deze reden kiest Schuyt voor een andere invalshoek: de democratie dient pluralisme als centraal uitgangspunt te nemen. Oftewel, dat er binnen een democratische samenleving altijd tegengestelde belangen, ideologieën en culturen bestaan. Dit moeten we niet bij voorhand afwijzen, maar erkennen. Volgens Schuyt laat dit perspectief de juiste functie van een democratie zien: de aanwezige ‘vijanden’ in een samenleving moeten worden veranderd in ’tegenstanders’. Daarvoor zijn bepaalde ‘sociale uitvindingen’ vereist, die vorm krijgen in de maatschappelijke instituties van een democratie. Deze sociale uitvindingen creëren een ‘symbolische ruimte’ waarin burgers, die het principieel met elkaar oneens zijn en blijven, toch verbintenissen met elkaar aangaan, met als doel om zich geweldloos tot elkaar verhouden.

De sociale uitvindingen die Schuyt noemt zijn: het rechtsproces, academische vrijheid, religieuze tolerantie en pacifistische politieke acties. Twistende partijen maken zo van hun conflicten vormen van coöperatie. Daarbij ontkennen ze hun tegenstellingen niet, maar starten ze ’tegenbindingen’ om te verhinderen dat ze vervallen tot vijandschap. Dít is de kracht van de democratie, stelt Schuyt. Bij een afwezigheid van shared values, wordt er nog steeds samengewerkt, maar dan op basis van zogeheten nevertheless values. Als we religieuze tolerantie als voorbeeld nemen, betekent dit: ondanks de persoonlijk gekozen geloofsinhouden van burgers, bestaat er, onder hen, tegelijkertijd, een gedeeld geloof in een wettelijk beschermde godsdienstvrijheid.

Nederland geframed als land van tegenbindingen, het is een optie om over na te denken. Waarschijnlijk doet de politicus die dit oppikt er goed aan om de termen ‘symbolische ruimte’ en ‘sociale uitvindingen’ buiten zijn publieke argumentatie te laten; het zou wat abstract kunnen klinken. Maar het punt dat Schuyt uiteenzet is elegant en pragmatisch. Een democratie vereist geen consensus, met één identiteit, van één volk. Integendeel! Een democratie moet gezien worden als een systeem van tegenbindingen, dat ervoor zorgt dat een samenleving met interne diversiteit op een vreedzame wijze bij elkaar blijft. De tegenbindingen koppelen de burgers, ook als ze geen inhoudelijke waarden delen. Het mogelijke succes van deze frame is dat ze hardnekkige wij-zijonderscheiden relativeert – en dat zou een verademing kunnen zijn voor velen.

Verscheen ook op de blog van Bureau de Helling.